Het primitieve niveau van de wetenschap in de tijd van Darwin

Toen Darwin zijn opvattingen publiceerde, bestonden de genetica, microbiologie en biochemie nog helemaal niet. Als zij bestaan zouden hebben, voordat Darwin zijn theorie naar voren had gebracht, dan zou Darwin gemakkelijk geweten hebben dat zijn theorie totaal onwetenschappelijk was en dan zou hij waarschijnlijk niet eens geprobeerd hebben om zijn onzinnige beweringen naar voren te brengen. De informatie die de soorten bepaalt, bestaat al in de genen en het is onmogelijk om door natuurlijke selectie een nieuw soort te vormen door de genen te veranderen.

Ook de wetenschappelijke wereld had in die tijd een heel bekrompen en ruw begrip over de structuur en de functie van de cel. Als Darwin de kans had gehad om de cel met een elektronenmicroscoop te bekijken, dan was hij getuige geweest van de grote complexiteit en bijzondere structuur in de organellen van de cel. Hij zou dan met eigen ogen gezien hebben dat het onmogelijk is om zo'n complex systeem door kleine variaties te laten ontstaan. Als hij iets geweten zou hebben over bio-mathematica, dan zou hij zich realiseren, dat geen enkele proteïne, laat staan een hele cel, door toeval tot stand zou kunnen komen.