Het wonder in de cel en het einde van de evolutie

In de tijd van Darwin wist men nog niets over de complexe structuur van de levende cel, en men schreef het leven toe aan "toevalligheden en natuurlijke omstandigheden" en dit achtten de evolutionisten overtuigend genoeg.

De technologie van de twintigste eeuw heeft zich verdiept in het kleinste onderdeel van het leven en het is duidelijk geworden, dat de cel het ingewikkeldste systeem is waar de mensheid ooit mee te maken heeft gehad. Tegenwoordig weten we, dat een cel krachtcentrales heeft om de energie op te wekken die de cel gebruikt, fabrieken die de enzymen en hormonen produceren die essentieel voor het leven zijn, een databank waar alle benodigde informatie opgeslagen is van de producten die gevormd worden, ingewikkelde transportsystemen en pijpleidingen om de grondstoffen en producten van de ene plaats naar de andere te vervoeren, geavanceerde laboratoria en raffinaderijen om grondstoffen die van buiten komen, af te breken en ze in bruikbare stukken te verdelen, en gespecialiseerde proteïne van de celmembranen om te controleren wat er binnen komt en wat er naar buiten gaat. En dit is nog maar een klein deel van het ongelooflijke ingewikkelde systeem.

W.H. Thorpe, een evolutionistische wetenschapper, moet bekennen dat: "het eenvoudigste soort cel een mechanisme heeft, dat veel ingewikkelder is dan een"machine die een mens bedacht heeft, laat staan gemaakt."114

Een cel is zo ingewikkeld, dat zelfs het hoge technologische niveau dat de mensheid bereikt heeft, er niet voor kan zorgen, dat er één gemaakt wordt. Er is nog nooit poging geslaagd om een kunstmatige cel te maken. Integendeel alle pogingen daartoe zijn nu opgegeven.

De evolutietheorie beweert, dat dit systeem, dat de mensheid met al zijn intelligentie, kennis en technologie, die haar ter beschikking staan niet in staat is na te maken, door toeval tot stand is gekomen onder de omstandigheden van de aardse oersoep. Om nog een ander voorbeeld te geven: de waarschijnlijkheid dat er door het toeval een cel gevormd wordt, is even onwaarschijnlijk als het drukken van een boek door een explosie in een drukkerij.

De Engelse wiskundige en astronoom Sir Fred Hoyle gaf in één van zijn interviews dat in het Nature tijdschrift van 12 november 1981 gepubliceerd werd, eenzelfde soort vergelijking. Hoewel hij zelf een evolutionist is, drukte Hoyle zich als volgt uit om de kans aan te geven, dat hogere levensvormen op deze manier tot stand zijn gekomen, hij gaf aan dat die net zo groot is als de kans dat een tornado over een vuilnisbelt raast en daardoor een Boeing 747 samenstelt.115 Dit houdt in, dat het voor een cel niet mogelijk is door toeval tot stand te komen en dat deze daarom beslist 'geschapen' moet zijn.

Eén van de belangrijkste redenen waarom de evolutietheorie niet kan verklaren hoe een cel is ontstaan, is de 'onveranderlijke complexiteit' van een cel. Een levende cel onderhoudt zichzelf door de harmonieuze samenwerking van de vele organellen. Als slechts één organel niet meer kan werken, dan blijft de cel niet langer in leven. De cel heeft niet de kans om op een onbewust mechanisme te wachten, een mechanisme zoals natuurlijke selectie of mutatie, die het in staat stelt zich te ontwikkelen. De eerste cel op aarde was dus noodzakelijkerwijs een volledige cel en bezat alle vereiste organellen en functies en dit betekent beslist, dat deze cel geschapen moet zijn geweest.


Eindnoten
114 W.R. Bird, The origin of species revisted., Nashville: Thomas Nelson Co., 1991, pp. 298-99.
115 "Hoyle on evolution", Nature, vol. 294, 12 november 1981, p. 105.