Homo Erectus en daarna: de menselijke wezens

Volgens het fantasierijke schema van de evolutionisten heeft de mens zich binnen zijn soort als volgt ontwikkeld: Homo erectus, Homo sapiens archaic en de Neanderthaler, later de Cro-Magnon-mens en tenslotte de moderne mens. Maar dit zijn in werkelijkheid allemaal classificaties van oorspronkelijke menselijke rassen. Het verschil tussen hen is niet groter dan het verschil tussen een Inuit en een neger of een Pygmee en een Europeaan.

Laten we eerst Homo erectus bekijken die als de primitiefste mensensoort wordt aangeduid. Zoals het woord 'erect' aanduidt, betekent Homo erectus de rechtopgaande mens. Evolutionisten moesten deze mensen van de voorafgaande onderscheiden door de eigenschap van het rechtopgaand eraan toe te voegen, want alle aanwezige fossielen van Homo erectus zijn zo recht als zij nooit bij specimen van Austalopithecines en Homo habilis gezien zijn. Er is geen verschil tussen het skelet van de moderne mens en Homo erectus.

De voornaamste reden voor de evolutionisten om Homo erectus als primitief te omschrijven is de schedelinhoud (900-1100 cc) die kleiner is dan de gemiddelde moderne mens, en zijn dikke wenkbrauwen. Maar er zijn tegenwoordig in de wereld vele mensen die dezelfde schedelinhoud hebben als de Homo erectus (bijvoorbeeld Pygmeeën) en er zijn andere rassen die vooruitstekende wenkbrauwen hebben (bijvoorbeeld de Australische Aboriginals).

Het is een algemeen geaccepteerd feit dat de verschillen in schedelinhoud niet noodzakelijkerwijs verschillen in intelligentie of vaardigheden inhouden. De intelligentie is eerder afhankelijk van de interne organisatie van het brein dan van de omvang.90

De fossielen die de Homo erectus in de wereld bekend hebben gemaakt zijn de fossielen van de Peking-mens en de Java-mens die in Azië gevonden zijn. Maar het is uiteindelijk duidelijk geworden dat deze fossielen niet betrouwbaar zijn. De Peking-mens bevat een aantal onderdelen van kunststof waarvan het origineel verloren is, en de Java-mens is samengesteld uit fragmenten van een schedel en heup die meters van elkaar verwijderd waren, zonder aanwijzing dat ze van hetzelfde levende wezen waren. Dat is dan ook de reden waarom de fossielen van Homo erectus die in Afrika gevonden zijn, steeds belangrijker worden (Er moet opgemerkt worden, dat sommige fossielen waarvan gezegd is, dat het van Homo erectus is, volgens sommige evolutionisten onder een tweede klasse Homo ergaster moeten worden ingedeeld. Er is onenigheid tussen hen over dit onderwerp. Wij behandelen al deze fossielen onder de classificatie Homo erectus).

Het beroemdste specimen van Homo erectus dat in Afrika gevonden is, is het fossiel van 'Narikotome homo erectus" of de "Turkana jongen" dat in de buurt van het Turkanameer in Kenia gevonden is. Men is het erover eens, dat het een fossiel van een jongen van 12 jaar oud is, die in zijn puberteit een lengte van 1,83 bereikt zou hebben. De rechtopstaande structuur van het skelet van het fossiel verschilt niet van dat van de moderne mens. Hierover zei de Amerikaanse paleoantropoloog Alan Walker, dat hij twijfelde dat: "de gemiddelde patholoog het verschil zou zien tussen het fossiele skelet en dat van een moderne mens."91 Over de schedel zei Walker: "het lijkt erg op een Neanderthaler."92 Zoals we in het volgende hoofdstuk zullen zien, is de Neanderthaler een modern menselijk ras. Daarom is ook de Homo erectus een modern menselijk ras.

Zelfs de evolutionist Richard Leakey zei dat de verschillen tussen Homo erectus en de moderne mens niet meer zijn dan raciale verschillen:

Men kan ook verschillen zien in de vorm van de schedel, in de mate waarin het gezicht uitsteekt, de fermheid van de wenkbrauwen etc. De verschillen zijn waarschijnlijk niet uitgesprokener dan de verschillen die wij tegenwoordig zien tussen twee afzonderlijke geografische rassen van de moderne mens. Zulke biologische variaties komen voor als de bevolking geografisch gedurende een langere tijd van elkaar gescheiden is.93

Prof. William Laughlin van de Universiteit van Connecticut heeft diepgaande anatomische onderzoeken verricht onder Inuits en de mensen die op de Aleoeteilanden leven en zag, dat deze mensen veel op de Homo erectus lijken. De conclusie waartoe Laughlin kwam, was, dat al deze specifieke rassen eigenlijk verschillende rassen van Homo sapiens (de moderne mens) zijn.

Als we over de grote verschillen nadenken die tussen de afgelegen groepen bestaan zoals de Eskimo's en de Bosjesmannen, groepen waarvan bekend is, dat ze tot de ene soort van Homo sapiens behoren, lijkt het rechtvaardig om te concluderen, dat Sinanthropus (een specimen ALC van erectus) tot dezelfde soort behoort.94

Het feit dat Homo erectus een overbodige classificatie is en dat fossielen die aan de Homo erectus toegekend zijn, niet zodanig van Homo sapiens verschillen, dat ze als een aparte soort beschouwd moeten worden, is een opvatting die tegenwoordig vaak uit de wetenschappelijke gemeenschap op klinkt. Het tijdschrift American Scientist vat de discusise over dit onderwerp samen en er werd in 2000 een conferentie over dit onderwerp gehouden:

"De meeste deelnemers aan de conferentie van Senckenberg gingen een felle discussie aan over de taxonomische status van Homo erectus, ingeleid door Milford Wolpoff van de Universiteit van Michigan, Alan Thorn van de Universiteit van Canberra en hun college. Zij beweerden met klem, dat Homo erectus als soort geen geldigheid had en helemaal verwijderd moest worden. Alle leden van het geslacht Homo, van ongeveer 2 miljoen jaar geleden tot heden, zijn een hoog variabel, wijdverspreid soort, Homo Sapiens, met geen natuurlijke onderbrekingen of onderverdelingen. Het onderwerp van de conferentie was: Homo erectus bestond niet." 95

De uitspraak: "Homo erectus bestond niet" houdt in: "Homo erectus is geen andere soort dan Homo Sapiens, maar een soort binnen Homo Sapiens."

Er is aan de andere kant een enorm gat tussen Homo erectus, een mensenras, en de apen die de Homo erectus in de 'menselijke evolutie' voorgingen (Australopithecus, Homo habilis, Homo rudolfensis). Dit betekent, dat de eerste mens plotseling in het fossielenarchief verscheen en direct zonder enige evolutionistische geschiedenis. Er kan geen duidelijker aanwijzing zijn dat zij geschapen zijn.

Maar het toegeven van dit feit is totaal in tegenstrijd met de dogmatische filosofie en ideologie van de evolutionisten. Als resultaat hiervan proberen zij Homo erectus, een echt mensenras, als een halfaapachtig wezen af te beelden. In hun reconstructies van de Homo erectus tekenen zij halsstarrig aapachtige wezens. En aan de andere kant, met dezelfde tekentechniek, maken zij apen zoals Australopithecus of Homo habilis mensachtig. Met deze methode proberen zij de apen en de menselijke wezens nader tot elkaar te brengen om zo het gat tussen deze twee verschillende levende klassen te sluiten.


90 Marvin Lubenow, Bones of contention, Grand Rapids, Baker, 1992, p. 83.
91 Boyce Rensberger, The Washington Post, November 19, 1984.
92 Ibid.
93 Richard Leakey, The making of mankind, London: Sphere Books, 1981, p. 62.
94 Marvin Lubenow, Bonus of contention, Grand Rapids, Baker, 1992,p. 136.
95 Pat Shipman, "Doubting Dmanisi", American Scientist, November-December 2000, p. 491.