De nieuwste evolutionistische bronnen weerleggen het experiment van Miller

Tegenwoordig is het experiment van Miller iets dat volledig weerlegd wordt, zelfs onder evolutionistische wetenschappers. In 1998 gaf het februarinummer van het bekende evolutionistische tijdschrift Earth het volgende commentaar in een artikel onder de naam: “Life’s crucible”: Tegenwoordig denken geologen dat de atmosfeer van de oersoep van de aarde voornamelijk bestond uit kooldioxide en stikstof, gassen die veel minder gemakkelijk reageren dan de gassen die in het experiment van 1953 gebruikt zijn. En zelfs als de atmosfeer van Miller bestaan had, hoe konden zulke eenvoudige moleculen als aminozuren de nodige chemische veranderingen ondergaan en zichzelf in ingewikkelde verbindingen veranderen of in polymeren zoals proteïnen zijn? Bij dat gedeelte van het raadsel hief Miller zijn handen ten hemel en zei: “Het is een probleem,” hij zuchtte: “Hoe kun je polymeren vormen? Dat is niet zo gemakkelijk.” (Earth, “Life’s crucible”, February 1998, p.34Zoals we zien, heeft zelfs Miller tegenwoordig geaccepteerd, dat zijn experiment tot geen enkele conclusie met betrekking tot de oorsprong van het leven zal leiden. Het feit dat onze evolutionistische wetenschappers dit experiment zo hartstochtelijk omhelsden, wijst alleen maar op de ellende van de evolutie en de wanhoop van zijn verdedigers.

In National Geographic wordt in het maartnummer van 1998 in een artikel met de titel: “The emergence of life on earth”, het volgende over dit onderwerp gezegd: “Vele wetenschappers denken nu, dat de atmosfeer van de aarde anders was dan wat Miller eerst veronderstelde. Zij denken, dat het eerder bestond uit kooldioxide en stikstof in plaats van waterstof, methaan en ammonia.”

Dat is slecht nieuws voor de chemici. Als ze kooldioxide en stikstof proberen te laten reageren dan krijgen zij een zeer kleine hoeveelheid organische moleculen - het equivalent van een druppel opgelost voedsel dat het water

van een zwembad moet kleuren. Wetenschappers vinden het moeilijk zich voor te stellen dat het leven uit zo’n verdunde soep voort kon komen. (National Geographic, “The rise of life on earth”, March 1998, p. 68.) Samengevat, noch het experiment van Miller, noch de pogingen van een andere evolutionist kunnen de vraag beantwoorden hoe het leven op aarde ontstond. Al het onderzoek dat gedaan is, laat zien, dat het onmogelijk is dat het leven door toeval ontstond en dit bevestigt, dat het leven geschapen is.