Walvissen

Zoogdieren moeten ademhalen en daarom is water niet zo’n passende omgeving voor hen. Een walvis, wat een zeezoogdier is, heeft het probleem opgelost met een ademhalingssysteem dat veel efficiënter is, dan dat van de meeste op het land levende dieren. Als walvissen uitademen, vervangen zij 90% van de lucht die zij gebruiken. Dus hoeven zij maar met zeer lange tussenpozen adem te halen. Zij hebben ook een substantie met hoge concentratie die ‘myoglobine’ genoemd wordt, die helpt bij de opslag van zuurstof in hun spieren. Met behulp van deze systemen kan een bepaalde walvissoort wel 500 meter diep duiken en wel 40 minuten zwemmen zonder adem te halen.197 Ook de neusgaten van de walvis zijn, in tegenstelling tot die van landdieren, op de rug geplaatst, zodat hij gemakkelijker kan ademhalen.


197 David Attenborough, “Life on earth: A natural history”, Collins British Broadcasting corporation, June 1979, p. 240.