Elektrische vissen

Speciale soorten vis, zoals de aal en de tapirvissen, wekken elektriciteit in hun lichaam op om zichzelf tegen hun vijanden te beschermen of hun prooi te verlammen. In ieder levend wezen, waaronder ook de mens - is een kleine hoeveelheid elektriciteit. De mens echter kan deze elektriciteit niet leiden noch heeft hij er controle over om het voor zijn eigen nut te gebruiken. De bovengenoemde wezens daarentegen kunnen een elektrische spanning in hun lichaam oproepen van 500-600 volt en zij zijn in staat om dit tegen hun vijanden te gebruiken. Verder ondervinden zij zelf geen negatieve effecten van deze elektriciteit.

De energie die zij gebruiken om zichzelf te verdedigen is na een tijd weer opgeladen, net zoals het opladen van een batterij, en de elektrische kracht staat weer ter beschikking. Vissen gebruiken de hoge voltages aan elektriciteit in hun kleine lichamen niet alleen voor verdedigingsdoeleinden. Naast het nut om de weg in donker water te kunnen vinden, helpt de elektriciteit hen ook om voorwerpen waar te nemen zonder dat zij ze zien. Vissen kunnen signalen uitzenden door gebruik te maken van de elektriciteit in hun lichaam. De elektrische signalen keren terug, nadat zij tegen een vast voorwerp zijn aangekomen en deze reflecties geven de vis informatie over het voorwerp. Op deze manier kunnen vissen de afstand en de grootte van het voorwerp vaststellen.200


200 Walter Metzner, http://cnas.ucr.edu/ ~bio/faculty/Metzner.html