Australopithecus: een apensoort

Australopithecus, dat is de eerste categorie, betekent: zuidelijke aap'.'Er wordt aangenomen, dat dit wezen voor het eerst 4 miljoen jaar geleden in Afrika verscheen en leefde tot 1 miljoen jaar geleden. Er zijn verschillende klassen onder de Australopithecines. De evolutionisten denken, dat de oudste Australopithecus de A. Afarensis is. Daarna komt A. Africanus, die dunnere beenderen had, daarna A. Robertus, die relatief grote botten had. Van A. Boisei denken sommige onderzoekers, dat het een aparte soort is en anderen zien het als een ondersoort van de A. Robustus.

Alle Australopithecussoorten zijn uitgestorven apensoorten die op de apen van tegenwoordig lijken. Hun schedelinhoud is hetzelfde of kleiner als bij de huidige chimpansees. Zij hebben een opponerend deel in hun handen en voeten, dat zij bij het beklimmen van bomen gebruiken, net als de moderne chimpansees en hun voeten hebben grijpmogelijkheden om zich aan de takken vast te houden. Zij zijn kort (maximum 130 cm) en net als bij de huidige chimpansee was de mannelijke Australopithecus groter dan de vrouwelijke. Vele karakteristieken, zoals de details op de schedel, de dichtbij elkaar staande ogen, de scherpe hoektanden, de structuur van de schedel, lange armen, korte benen zijn een bewijs dat deze levende wezens niet anders waren dan de huidige apen.

De evolutionisten beweren, dat, hoewel de Austalopithecus de anatomie van een aap had, zij net als mensen en anders dan apen, rechtop liepen.

De bewering van het 'rechtop lopen' is eigenlijk een opvatting van paleoantropologen zoals Richard Leakey en Donald C. Johanson, die dat decennia lang beweerden. Maar vele wetenschappers hebben veel tijd in onderzoek besteed aan de structuur van het skelet van de Australopithecines en bewezen dat deze bewering niet overeind kan blijven staan. Diepgaand onderzoek gedaan op de verschillende soorten van de Australopithecus door twee wereldberoemde anatomen uit Groot-Brittanniƫ en de Verenigde Staten, namelijk Lord Solly Zuckerman en Prof. Charles Oxnard, heeft aangetoond, dat deze wezens helemaal niet op twee voeten liepen, maar zich op dezelfde manier voortbewogen als de huidige apen. Nadat hij de beenderen van deze fossielen gedurende 15 jaar met een subsidie van de Britse regering onderzocht heeft, zijn Lord Zuckerman en zijn team van 5 specialisten tot de conclusie gekomen, dat de Australopithecines alleen maar een gewone apensoort was en dat ze beslist niet op twee voeten liepen, terwijl Zuckerman zelf een evolutionist is.80

En ook heeft Charles E. Oxnard, een andere evolutionist die befaamd is voor zijn onderzoek naar dit onderwerp, de skeletstructuur van de Australopithecines vergeleken met de moderne orang-oetan.81 Tenslotte heeft een team van de universiteit van Liverpool een diepgaand onderzoek gelanceerd om tot een definitieve conclusie te komen. Uiteindelijk concludeerden zij dat "De Australopithecines op vier voeten liepen."82

Samengevat: de Autralopithecines hebben geen band met de mensen en zij zijn niets anders dan een uitgestorven soort aap.


80 Solly Zuckerman, Beyond the ivory tower, New York: Toplinger Publications, 1970, pp. 75-94.
81 Charlkes E. Oxnard, "The place of Australopithecines in human evolution: grounds for doubt", Nature, vol. 258, p. 389.
82 Fred Spoor, Bernard Wood, Frans Zonneveld, "Implication of early hominid labyrinthine morphology for evolution of human bipedal locomotion", Nature, vol. 369, June 23, 1994, pp. 645-648.