Jachtmogelijkheden op een vaste plaats

Het Zuid-Afrikaanse zonnedauw vangt insekten met zijn kleverige haren. De bladeren van deze plant zijn vol lange, rode haren. De puntjes van deze haren zijn met een vloeistof bedekt, waarvan de geur insekten aantrekt. Een andere eigenschap van deze vloeistof is, dat hij buitengewoon plakkerig is. Een insekt, dat op de geur afgaat, blijft in deze plakkerige haren kleven. Kort daarna wordt het hele blad gesloten rond het insekt dat al tussen de haren gevangen is en de plant haalt de proteïne die hij nodig heeft uit het insekt door het te verteren.205

De voorzieningen van dien aard van een plant die geen mogelijkheid heeft om te bewegen zijn zonder twijfel een teken van een speciaal ontwerp. Het is onmogelijk dat een plant die jachtmethode vanuit een eigen bewustzijn of wil ontwikkeld heeft of door middel van toeval. Dus behoort het tot de nog grotere onmogelijkheden om het bestaan en de macht van de Schepper die hen allemaal met deze mogelijkheden voorzien, heeft te negeren.


205 David Attenborough, “The private life of plants,”Princeton University Press, Princeton-New Jersey, 1995, pp. 81, 83.