De mythe van de evolutie van het paard

Tot voor kort werd er een denkbeeldige serie die de zogenaamde ontwikkeling van het paard liet zien, naar voren gebracht als het belangrijkste bewijs van het fossielenarchief voor de evolutietheorie. Tegenwoordig geven vele evolutionisten eerlijk toe, dat het scenario van de evolutie van het paard niet voldoet. De evolutionist Boyce Rensberger, die een toespraak hield op een vierdaags symposium over de problemen van de theorie van geleidelijke evolutie, in 1980 in het Field Museum of Natural History in Chicago, met 150 evolutionisten als toehoorders, zei, dat voor het scenario van de evolutie van het paard in het fossielenarchief geen bewijzen zijn en dat er geen evolutionair proces bekend is dat als de geleidelijke ontwikkeling van paarden zou kunnen gelden:

Het populaire voorbeeld van de ontwikkeling van het paard suggereert een reeks geleidelijke veranderingen van een viertenig wezen ter grote van een vos welke 50 miljoen jaar geleden leefde tot het huidige veel grotere eenhoevige paard, het is al lang bekend dat dit niet klopt. In plaats van een geleidelijke verandering, verschijnen de fossielen van elk tussensoort volledig ontworpen, en blijven onveranderd en sterven dan uit. Overgangsvormen zijn niet bekend. (Boyce Rensberger, Houston chronicle, November 5, 1980, p. 15)

De beroemde paleontoloog Colin Patterson, directeur van het Museum voor Natuurlijke Historie van Engeland, waar de schermen met de 'evolutie van het paard' op de begane grond nog steeds aan het publiek getoond werden, zei het volgende over de tentoonstelling:

"Er zijn verschrikkelijk veel verhalen, sommige nog fantasierijker dan andere, over wat de aard van de geschiedenis (van het leven) nu werkelijk is. Het bekendste voorbeeld, dat nog steeds beneden bekeken kan worden, is dat van de evolutie van het paard, dat misschien wel vijftig jaar geleden is samengesteld. Dat is boek na boek als de letterlijke waarheid gepresenteerd. Nu denk ik, dat het jammer is, vooral als de mensen die dit soort zaken presenteren, zichzelf bewust zijn van het peculatieve karakter van dit soort verhalen. (Colin Patterson, Harper's February 1984, p. 60)

Wat is dan de basis voor het scenario van de 'evolutie van het paard'? Dit scenario was gevormd door middel van bedrieglijke reeksen die in een bepaalde volgorde werden gelegd van specifieke fossielen die in heel verschillende perioden in India, Zuid-Afrika, Noord-Amerika en Europa leefden, gerangschikt volgens de verbeeldingskracht van de evolutionisten. Er zijn meer dan 20 reeksen van de evolutie van het paard, door verschillende onderzoekers ingebracht. De evolutionisten zijn het niet eens over de verschillende afstammingen, die elk zeer van elkaar verschillen. De gemeenschappelijke overeenkomst is dat een wezen ter grote van een houd 'Eohippus' dat in het Eocenische tijdperk leefde, 55 miljoen jaar geleden, de voorouder is van het paard (equus). Maar de zogenaamde afstammingslijn van eohippus naar equus is volledig inconsequent.

De evolutionistische wetenschappelijke schrijver Gordon R. Taylor, legt deze weinig bekende waarheid uit in zijn boek' The great evolution mystery':

"Maar misschien is de grootste tekortkoming van het Darwinisme de mislukking van paleontologen om overtuigende series van opeenvolgende organismen te vinden die de belangrijkste evolutionistische veranderingen weergeven. Het paard wordt vaak gebruikt als volledig uitgewerkt voorbeeld. Maar eigenlijk is de lijn van Eohippus naar equus erg wisselvallig. Het is toegepast om de voortdurende verandering in grootte te laten zien, maar de waarheid is, dat sommige varianten kleiner dan de eohippus waren, en niet groter. Monsters van verschillende bronnen kunnen in een overtuigend uitziende rij samengebracht worden, maar er is geen bewijs, dat zij ook werkelijk door de tijd heen deze volgorde hadden." (Gordon Rattray Taylor, The Great evolution mystery, Abacus, Sphere Books, London, 1984, p. 230)

Al deze feiten tezamen zijn het sterke bewijs dat de kaarten van de evolutie van het paard, die als één van de beste bewijzen van het Darwinisme gepresenteerd waren, niets anders waren dan fantastische en onmogelijke verhalen.