Trial en error: onderbroken evenwicht

De meeste wetenschappers die in de evolutietheorie geloven, accepteren de neodarwinistische theorie van de langzame, geleidelijke evolutie. Maar de laatste decennia is er een ander model naar voren gebracht. Dit model wordt "onderbroken evenwicht", genoemd, dit model verwerpt het darwinistische idee van de cumulatieve stap voor stap evolutie en beweert dat de evolutie door grote, niet te voorspellen sprongen plaatsvindt.

De eerste vurige verdedigers van deze opvatting kwamen aan het begin van de 70-tiger jaren op. Twee Amerikaanse paleontologen, Niles Eldredge en Stephen Jay Gould, waren zich zeer goed bewust van het feit, dat de beweringen van het neodarwinistische theorie volledig door het fossielarchief verworpen werden. De fossielen bewezen, dat levende organisme niet door een geleidelijke evolutie ontstonden, maar opeens verschenen in hun volledige vorm. De neodarwinisten leefden in de stille hoop, dat de tot dan toe verloren tussenvormen op een dag gevonden zouden worden. Hoewel ze beseften dat deze hoop nergens op gebaseerdwas, waren Elredges en Gould niet in staat het evolutionistische dogma te verwerpen, daarom brachten zij een nieuw model naar voren, dat van het onderbroken evenwicht. Deze theorie beweert dat de evolutie niet plaats vond door kleine variaties, maar eerder opeens en met grote veranderingen.

Dit model was niets anders dan een model voor fantasten. Bijvoorbeeld de Europese paleontoloog O.H. Shindowold, die de weg voor Elredge en Gould effende, beweerde, dat de eerste vogel uit een reptielenei kroop als een 'grote mutatie', wat dus het resultaat is van een 'groot ongeluk' dat in de genetische structuur plaatsvond.22

Volgens dezelfde theorie konden wat landdieren zich in reusachtige walvissen veranderen en plotseling omvangrijke veranderingen ondergaan! Deze beweringen, die tegenstrijdig zijn met alle regels van de genetica, biofysica en biochemie, zijn net zo wetenschappelijk als de sprookjes van de kikker die in de prins verandert. Maar getroffen door de crises waarin het neodarwinisme verkeerde, omhelsden een paar evolutionistische paleontologen deze theorie, die nog vreemder is dan het neodarwinisme zelf.

Het enige doel van dit model was een verklaring geven voor de gaten in het fossielarchief die het model van het neodarwinisme niet kon uitleggen. Maar het kan nauwelijks rationeel genoemd worden om aan te nemen, dat het gat in het fossielarchief bij de evolutie van de vogel, uitgelegd wordt door een vogel opeens uit een reptielenei te laten komen, door de opvatting van de evolutionisten zelf, dat bij de evolutie van de ene soort naar de ander een groot aantal positieve veranderingen plaatsvindt in de genetische informatie. Maar geen enkele mutatie verbetert de genetische informatie of voegt er nieuwe informatie aan toe. Mutaties gooien alleen de genetische informatie door elkaar. Dus grote mutaties die door de aanhangers van het onderbroken evenwicht bedacht zijn kunnen slechts grote verminderingen en verwarringen in de genetische informatie teweegbrengen.

Maar het model van het onderbroken evenwicht stort al bij de eerste stap in elkaar door zijn onmogelijkheid om de vraag van de oorsprong van het leven aan te spreken, dit is ook de vraag die in het neodarwinistische model vanaf het eerste begin verworpen wordt. Omdat er zelfs geen enkele proteïne door het toeval gevormd kon worden, is de discussie of deze triljoenen proteïnen nu een onderbroken of geleidelijke evolutie zijn ondergaan zinloos.

Ondanks dit is het model dat bij ons opkomt als we het woord evolutie horen nog steeds het neodarwinistische. In de volgende hoofdstukken zullen we eerst de twee denkbeeldige mechanisme van het neodarwinistische model bekijken en het dan aan de hand van het fossielenarchief testen. Hierna zullen we het over de vraag van het ontstaan van het leven hebben, die zowel het neodarwinistische model als alle andere modellen zoals de 'evolutie in sprongen' teniet zullen doen.

Maar voordat we dit gaan doen is het nuttig om de lezer eraan te herinneren dat de werkelijkheid waar we in ieder stadium aan moeten denken, is dat het evolutionistische scenario een sprookje is, een groot bedrog dat een volledige afwijking van de werkelijke wereld is. Het is een scenario wat gebruikt werd om de wereld gedurende 140 jaar te bedriegen. Dankzij de laatste wetenschappelijke ontwikkeling, wordt de voortdurende verdediging hiervan uiteindelijk onmogelijk.


22 Steven M. Stanley, Macroevolution: pattern and process, San Francisco: W.H. Freeman and Co., 1979, pp. 35, 159.